Kunst is verweven met elk aspect van onze moderne maatschappijen over de hele wereld. Het is een universele voorwaarde voor het mens-zijn waarbij de benadering van het leven centraal staat. Architectuur is een vak dat stuurt en vorm geeft aan het beleven van dat dagelijks leven. In deze tijd van meervoudige crises kan kunstintegratie een nieuw perspectief bieden aan de zoektocht naar veerkrachtig design, zowel op ecologisch, economisch als sociaal vlak.
Sinds de eerste grottekeningen is kunst revolutionair geweest. Volgens de architect Adolf Loos (1870-1933) opent kunst nieuwe wegen voor de mensheid. Hij merkt op dat kunst - in tegenstelling tot architectuur - een privéaangelegenheid is en geen verantwoording hoeft af te leggen. Is dit de reden waarom kunst vaak oppervlakkig wordt ingezet in onze publieke ruimten?
Het is gemakkelijk en een politiek veilige optie om objectief een sculptuur op alle rotondes te plaatsen om zo op papier te voldoen aan een culturele agenda. Hierbij verwijs ik naar de dienstorder MOW/AWV/2013/8 door het agentschap Wegen en Verkeer op 8 mei 2013, dat als model fungeert van een concessieovereenkomst voor de inrichting van een rotonde met een kunstwerk. De inleiding is veelbelovend: "Vlaanderen heeft een sterke traditie op het vlak van kunst in de publieke ruimte. Onze steden worden onder meer bezocht omwille van het publieke onroerende kunstpatrimonium dat zich op straten en pleinen van grote en kleine steden bevindt." Dit klopt en waarom? Het kunstpatrimonium is het gevolg van een lange en soms woelige geschiedenis. De kunst vertelt verhalen, symboliseert de lokale helden en creëert verbinding. Dat is wat kunst immers doet: gebaseerd op toeschouwersparticipatie doet het nadenken over een inherente boodschap gelinkt aan de lokale context. Het is betekenisvol omdat er emoties aan zijn verbonden. Het is inherent reflectief en transformatief. Paradoxaal krijgt kunst in zijn intimiteit en private aard een publieke rol wanneer het kwalitatief gekaderd wordt binnen de publieke ruimte. De scheidslijn tussen kunst en architectuur bij verlenging is dus niet zo rechtlijnig als conservatieve visies doen geloven. Sleutelelementen in dit perspectief zijn toeschouwersparticipatie, het situationele en het activeren van emoties en verhalen met esthetiek.
Als we verder lezen in de inleiding van de dienstorder staat: "Ook bij het vormgeven van de publieke ruimte van de 21ste eeuw hoort een bewuste reflectie op de artistieke potentie van nieuwe stedenbouwkundige gegevens zoals de rotonde." Het vormgeven van de publieke ruimte van de 21ste eeuw heeft inderdaad nood aan een bewuste reflectie op de artistieke potentie. Maar om dan te stellen dat dit gaat over nieuwe stedenbouwkundige gegevens en dan specifiek over rotondes is moeilijk. Publieke ruimte is per mijn definitie ruimte die gebruikt kan worden door iedereen: straten, pleinen, tuinen, publieke gebouwen zoals gemeentehuizen, cultuurcentra,... Het zijn de plekken waar je iedereen op elk gegeven moment kan tegenkomen. Het zijn de plekken waar je vanuit een sociologisch standpunt naartoe kunt gaan, eventueel gaan zitten en kijken naar alle voorbijgangers en hun activiteiten. Het is entertainment en gerelateerd aan ieders intiem verhaal en acties. Een rotonde is infrastructuur voor auto's en fietsers. Het is een eiland dat fysiek afgesloten is van de publieke ruimte: een niemandsland. Om dit een speerpunt te maken van artistieke reflectie op publieke ruimte van de 21ste eeuw is bijzonder triest. Verder omdat in de tekst vooral wordt gesproken over het functionele aspect "het kunstwerk wordt mee opgesomd als een mogelijkheid om de rotonde ‘minder gevaarlijk’ te maken". De tekst corrigeert zichzelf met "Maar een functioneel uitgangspunt kan niet het enige criterium zijn bij het opstarten van een artistiek proces. In eerste instantie zou de realisatie van een kunstwerk immers een culturele ambitie uit moeten dragen. Daarom is het vanuit het perspectief van de lokale overheid belangrijk te zoeken naar de noodzaak om de rotonde in te richten met een kunstwerk." In werkelijkheid gaat dit zijn doel voorbij. Kunst is contextgericht, sitespecifiek: het artificieel forceren van kunst op een niemandsland is vragen om inhoudsloze objecten die niets bijdragen aan de representatie van publieke ruimten in de 21ste eeuw noch aan de huidige cultuur of hedendaagse tendensen die zullen worden overgeleverd aan de volgende generaties. Het getuigt van een gebrek aan perspectief en langetermijnvisie. Ik wil zeker niet elk kunstwerk op elke rotonde veroordelen als betekenisloos en leeg, maar puur de gedachtegang in vraag stellen. Is het instellen van rotondekunst werkelijk representatief voor kunst in de publieke ruimte? Is er nagedacht over het situationele? Legt de kunst verbinding? Kan de kunst ooit behoren tot ons gewaardeerd patrimonium om de toekomstige generaties te verbinden met verhalen over ons leven nu? In welke mate is er toeschouwersparticipatie die verder gaat dan het markeren van specifieke referentiepunten op een weg zoals naamborden? Deze invulling van politieke culturewashed kunstintegratie op rotondes zal ons zeker geen bredere perspectieven bieden over de invulling van publieke ruimte en bij betrekking duurzame architectuur in het algemeen.
Toch is kunstintegratie niet volledig afgeschreven. Kunst is oscillerend, intiem, gebaseerd op subjectiviteit en afhankelijk van de aanschouwer. Kunst, bekeken vanuit gebruikersparticipatie, kan de integratie met architectuur bewerkstelligen om hybride situaties te creëren die geschikt zijn voor onze 21ste-eeuwse samenleving. Architectuur, gezien vanuit het perspectief van Loos, kan kunst inzetten als kritiek op zichzelf en betekenis creëren in de reflectie over de ontstane relaties en onze maatschappelijke entiteit als geheel. Het is een spiegel die ons verbindt met een andere zijde van ons dagelijks leven en ons openstelt voor nieuwe mogelijkheden. Kunst kan ons losmaken van de obsessieve focus op beperkingen, vooral binnen het ecologische debat, waar wat we niet meer mogen een belemmering vormt voor innovatie. De sleutel ligt in integratie: waar gebruikersparticipatie bij kunst vooral belangrijk is voor betekenisgeving na de totstandkoming van het werk, ligt dit voor architectuur juist in het ontwerpproces voor de uiteindelijke conceptie van het werk. Om kwalitatieve architectuur te creëren vanuit een duurzame langetermijnvisie en een zekere continuïteit, moet kunst tijdens het ontwerpproces worden geïntegreerd. Alleen zo kunnen de behoeften van de gebruikers, bewoners, informele mede-ontwerpers, in overweging worden genomen. Architectuur moet vertrekken vanuit de mensen voor wie het ontwerpt.
Een tweede voorwaarde en gevolg wanneer kunstintegratie op de juiste manier wordt uitgevoerd, is het situationele. Door kunst af te stemmen op zijn omgeving en esthetiek te gebruiken om de perceptie te verhogen, worden mensen zich meer bewust van hun omgeving. Een verhoogd bewustzijn leidt tot aangepast gedrag: leven in overeenstemming met de omgeving in plaats van onze eigen behoeften op te dringen met een kunstmatige en schadelijke context als gevolg. Vooral vanuit ecologisch perspectief is dit belangrijk. Terug naar de wortels van het boomhuis.
Een van de lighthouse-projecten van het New European Bauhaus-initiatief voor onweerstaanbare circulariteit in Herlev, Kopenhagen richt zich op de ontwikkeling van openbare ruimtes met een identiteit door middel van kunstintegratie en verhalen. Madeleine Kate McGowan is de artistieke leider van ' A Place of Being' bij NXT en spreekt over dit project in de podcast Desire Academy. Een beschutting in de vorm van een glazen druppel is de plek waar de lokale tuinman/conciërge te vinden is. Hiermee willen ze onderzoeken wat we kennen: de oude conciërge die de functionaliteit van een gebouw bewaakt/verzorgt, nu vaak verdwenen door de anonieme corporatie/beveiligingsfirma. Dit personage wordt gemoderniseerd en is verantwoordelijk voor het verzorgen en faciliteren van onze relatie met de publieke ruimte en alles wat daarbij hoort. Aan de ene kant gaat dit over het aangaan van een relatie met de ruimte zelf, de materialiteit ervan, de texturen, de genius loci zelf, maar ook met al het andere leven: de biotoop. Verschillende kunstenaars nemen de rol van conciërge op zich en proberen mensen te betrekken met hun werken, performances en processen tijdens verschillende workshops. Niet alleen het eindresultaat telt, maar ook het proces. Door de architectuur van de glazen druppel als studio kun je het proces van de kunstenaar altijd volgen, inclusief alle mislukte pogingen. Een wezen van plaats waar kunstintegratie en architectuur streven naar een duurzame toekomst en een open houding.
Conclusie: In deze tijd van meervoudige crises kan kunstintegratie een nieuw perspectief bieden aan de zoektocht naar veerkrachtig design, zowel op ecologisch, economisch als sociaal vlak? Ja, mits kritisch lokaal ontwerp vertrekkend vanuit informele benaderingen. Zoals Jane Jacobs het beschreef: Bottom-up design in plaats van top-down. We weten het, we moeten het alleen meer in de praktijk brengen, zoals het lighthouse-project in Kopenhagen. Kwalitatieve projecten beginnen vaak met visionaire ontwerpers, maar om dit algemeen toepasbaar te maken, is een herstructurering van de politieke visie nodig. Stop met het afvinken van lijstjes, kijk naar de nieuwe realiteit. Voor ontwerpers: verken nieuwe perspectieven en neem controle als experts, want onze overheid gaat het niet doen.
~ Kimberly Wouters, Architect.
In besproken volgorde:
Het dienstorder voor de rotondekunst is hier te vinden: https://wegenenverkeer.be/sites/default/files/uploads/documenten/MOW-AWV-2013-8.pdf
Wil je meer weten over "The Desire Academy- Towards an irresistable circular society" kun je hier meer informatie terugvinden: Desire (irresistiblecircularsociety.eu)
De Desire Podcast met de besproken aflevering is hier terug te vinden: PODCAST The Desire Academy - Desire (irresistiblecircularsociety.eu)
Werken in de collage:
Kapel van het Clarenhof in Hasselt door A2O architecten
The droplet van the lighthouse project in Kopenhagen (Desire Academy/ New European Bauhaus)
Rotondekunst in Maasmechelen
Lapis Lazuli baksteen van Hans van Houwelingen in het Troubleyn in referentie naar de Vlaamse Primitieven
Quote van het kunstwerk door Alberto Garutti in de foyer van het Troubleyn (amor fati).
referentie naar de context van Limburg, specifiek het mijnverleden (R- Resilient design)
Comments