Erfgoedzoneringsplan Beringen-Mijn: tussen regels, ruimte en toekomst
- kimberly wouters

- 8 okt
- 4 minuten om te lezen
Tussen rijen gelijke huizen, brede lanen en groene voortuinen die nauwelijks grenzen kennen, wat maakt dat deze wijken, gebouwd voor arbeiders van een ander tijdperk, vandaag nog steeds zoān gevoel van gemeenschap oproepen? Wat is de rol van architectuur in een veranderend woonlandschap?
September 2025: De voorstelling van het nieuwe erfgoedzoneringsplan voor de oude citƩwijk in Beringen-Mijn. De stad, samen met de erfgoedcoƶrdinator en ruimtelijke ordening, presenteerde hun werk aan de groep Beringen-Mijn Leeft. Niet alleen voor de bewoners van de mijncitƩ, maar eigenlijk voor iedereen die nadenkt over wonen, erfgoed en de toekomst van onze leefomgeving. Ik mocht mee aanschuiven en dat was boeiend.

Van studie naar regels: het erfgoedzoneringsplan
Het plan is gegroeid uit een masterplan en studies van bureau Stramien. Die grondige voorbereiding is indrukwekkend: historiek en huidige toestand werden naast elkaar gelegd, elk gebouw werd in detail geĆÆnventariseerd met veldwerkfiches.
Daarin kreeg alles een plaats: van ramen en daken tot tuinhuizen. Elk element werd op erfgoedwaarde beoordeeld als positief, neutraal of negatief, niet op woonkwaliteit. Een gevel kan perfect gerestaureerd zijn, maar een slecht geĆÆsoleerde kamer blijft onaangenaam om in te wonen. Een subtiel maar belangrijk verschil.
Wat me vooral trof: zelfs het openbaar domein werd meegenomen. Doorkijken, ontmoetingsplekken, groenstroken⦠ze zijn allemaal deel van dat typische tuinwijkgevoel. Mensen wonen dicht bij elkaar, maar ervaren toch ruimte. De leefkwaliteit van het weefsel werd kwantificeerbaar opgenomen in het richtinggevend kader. In tijden waarin (doorgedreven) verdichting hoog op de agenda staat, toont de tuinwijk zich als inspirerend voorbeeld. Compact en collectief, maar mét lucht en licht. Misschien is dit model wel precies wat we nodig hebben om de balans te vinden tussen wonen, verdichten en leefkwaliteit.
"In tijden van verdichting herinnert de tuinwijk ons aan wat echt woonkwaliteit is."
Meer dan een optelsom
Het erfgoedzoneringsplan vertaalt de erfgoedgedachte in concrete maatregelen, denk aan: dakrenovaties moeten gebeuren met bruinrode pannen. Logisch om uniformiteit te bewaren. Ik ben kritisch. Niet elk element is onderworpen aan een reglementair kader- ok. Het wringt wel dat het buitenschrijnwerk bijvoorbeeld wƩl volledig vrij is, zelfs knalroze zou kunnen zijn. Deze keuze voelt wat vreemd, en maakt duidelijk hoe lastig de balans is tussen regeldrift en keuzevrijheid. Waar leg je de klemtoon op? Welke elementen maken en kraken de visuele uniformiteit? Zou u een andere klemtoon leggen dan de kleur van de dakpannen en het gevelmetselwerk?
Als tweede: hoe zorgen we dat een renovatie meer is dan het verbeteren van losse onderdelen? Want een woning is geen optelsom van ramen, daken en gevels, het moet een be-leefbaar geheel worden. Gezien het aspect woonkwaliteit van de woningen an sich schijnbaar niet kwantificeerbaar is meegenomen in de voorstudie, is het logisch dat dit niet wordt beklemtoond in het erfgoedzoneringsplan. Tijdens de voorstelling werd aangehaald dat elke renovatie maatwerk is: een paradox?! Hoe kwantificeer je woonkwaliteit dan? En hoe is dat verenigbaar met het maximaal behouden van het oorspronkelijk uitzicht?
Wat betekent woonkwaliteit überhaupt in een tuinwijk? In essentie zijn het de kwaliteiten die de wijk zo sterk maken: ruimte, licht, lucht en perspectief, vertaald naar het niveau van de woning zelf. De arbeiderswoningen zijn compact en opgebouwd uit kleine kamers, vaak niet volgens de huidige normen. Juist daarom is het belangrijk dat het erfgoedzoneringsplan ook rekening houdt met het binnenleven van de woningen, niet enkel met hun gevelbeeld. Een perfect herstelde gevel heeft weinig waarde als binnen de ruimtes benauwd, slecht geventileerd of moeilijk bewoonbaar zijn.
Daarom is een renovatieplan cruciaal: een concreet plan dat elke eigenaar, samen met bouwprofessionelen, opstelt binnen het kader van het erfgoedzoneringsplan. Het vertaalt de grote principes met name erfgoedwaarde, woonkwaliteit en duurzaamheid naar praktische stappen voor één specifiek huis.
Teamsport
Renoveren kost geld, zeker bij erfgoed. Vaak gebeurt het gefaseerd, over meerdere jaren. Een goed renovatieplan helpt om geen dubbel werk te doenĀ en middelen efficiĆ«nt te gebruiken. Denk aan ramen die meteen op de juiste diepte geplaatst worden voor toekomstige gevelisolatie, of aan dakoversteken die nu al voorzien worden op bijkomende lagen later. Zoān plan is meer dan een lijst werken: het is een strategie, afgestemd op de woning, haar erfgoedwaarde Ć©n het budget van de eigenaar. Zo wordt renoveren niet alleen zorg voor het verleden, maar ook een investering in duurzame woonkwaliteit voor de toekomst.
Wat ik meeneem van deze voorstelling: er is al veel werk verzet, het erfgoedzoneringsplan is een goed vertrekpunt maar zoals een diamant zou het nog bijgeslepen moeten worden. Er ligt nog een weg voor ons. En die weg bewandel je nooit alleen. Bouwen en renoveren, zeker met erfgoed, is een teamsport. Het vraagt inzet van ontwerpers, overheden, uitvoerders Ʃn bewoners. Alleen zo groeit een kader dat erfgoed bewaakt, maar tegelijk ruimte laat voor woonkwaliteit en gezond verstand.
Misschien is dat wel de grootste les van Beringen-Mijn: dat de tuinwijk niet alleen een stukje verleden is, maar ook een kompas voor de toekomst.
~ AR. Kimberly Wouters
Hoe evolueert het nu verder? De stad werkt aan een renovatiehandboek in samenwerking met STEBO met informatie rond het erfgoedzoneringsplan, een renovatie-stappenplan en een lijst met nuttige tips, tricks, links en instanties die u verder kunnen helpen naar subsidies maar ook bouwprofessionelen als mezelf.
nuttige links
artikels over het erfgoedzoneringsproject:
artikels over de renovatiecoach:









Opmerkingen