
Zoekresultaten
15 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht
- Untitled Performance Art: ode aan de aannemer
Tijdens een werfbezoek aan de basisschool van Linc Parc in Lanaken stond ik stil bij een onverwacht beeld. Door een vast binnenraam keek ik in de aangrenzende ruimte, waar een man geconcentreerd aan het werk was. We kennen elkaar niet, we spreken niet dezelfde taal. Er was geen gesprek, geen uitleg. Alleen een korte blik en een beleefde knik. En toch was er iets. Een vorm van onuitgesproken respect. Hij voor mijn aanwezigheid, ik voor zijn arbeid. Het raam als kader Door het glas leek de scène haast een stilleven. Het raam werd een lijst, de man in beeld een acteur in een stuk dat nooit geoefend of aangekondigd was. Een performance. Maar niet in een museum of theater, wél in de rauwe realiteit van de werf. Als titel zou ik het werk "Untitled" geven. Onbenoemd, net zoals de man zelf anoniem blijft. Hij werkt in de luwte, zonder naamkaartje, zonder podium, maar draagt wel mee de verantwoordelijkheid voor wat straks een ruimte wordt waar anderen hun leven zullen leiden. Zonder woorden, met taal Er werden geen woorden gewisseld. Maar misschien klopt dat niet helemaal. Er wás taal, alleen een andere. De taal van arbeid, van gebaren, van aanwezigheid. Een universele taal die geen woorden nodig heeft. Misschien zag hij mij op datzelfde moment ook zo: als een figuur in een gekaderd beeld, een passant met een helm, een architect als stilleven. Hoe ziet mijn "performance" eruit, bekeken van zijn kant? Respect voor het onzichtbare werk Wat dit moment me duidelijk maakte: architectuur ontstaat nooit alleen op papier of achter de tekentafel. Het krijgt pas betekenis doordat mensen, ongeacht afkomst, leeftijd of taal, dag na dag in weer en wind aan onze gebouwen werken. Hun inzet is geen kunst die in musea geëerd wordt, maar ze ís kunst in de meest pure vorm: tijd, arbeid en vakmanschap omgezet in ruimte. Ruimte die we later bijna vanzelfsprekend gebruiken, maar die ooit steen voor steen tot stand kwam. Ode aan de aannemer Dat ene beeld: een man achter glas, gebogen over zijn werk, ingekaderd alsof het een kunstwerk betrof, herinnert me eraan hoezeer bouwen teamwork is. Een stille performance, "untitled". Een kunstwerk zonder naam. Een ode aan de aannemer. ~Ar. K imberly Wouters
- Erfgoedzoneringsplan Beringen-Mijn: tussen regels, ruimte en toekomst
Tussen rijen gelijke huizen, brede lanen en groene voortuinen die nauwelijks grenzen kennen, wat maakt dat deze wijken, gebouwd voor arbeiders van een ander tijdperk, vandaag nog steeds zo’n gevoel van gemeenschap oproepen? Wat is de rol van architectuur in een veranderend woonlandschap? September 2025: De voorstelling van het nieuwe erfgoedzoneringsplan voor de oude citéwijk in Beringen-Mijn . De stad, samen met de erfgoedcoördinator en ruimtelijke ordening, presenteerde hun werk aan de groep Beringen-Mijn Leeft. Niet alleen voor de bewoners van de mijncité, maar eigenlijk voor iedereen die nadenkt over wonen, erfgoed en de toekomst van onze leefomgeving. Ik mocht mee aanschuiven en dat was boeiend. Van studie naar regels: het erfgoedzoneringsplan Het plan is gegroeid uit een masterplan en studies van bureau Stramien. Die grondige voorbereiding is indrukwekkend: historiek en huidige toestand werden naast elkaar gelegd, elk gebouw werd in detail geïnventariseerd met veldwerkfiches. Daarin kreeg alles een plaats: van ramen en daken tot tuinhuizen. Elk element werd op erfgoedwaarde beoordeeld als positief, neutraal of negatief, niet op woonkwaliteit . Een gevel kan perfect gerestaureerd zijn, maar een slecht geïsoleerde kamer blijft onaangenaam om in te wonen. Een subtiel maar belangrijk verschil. Wat me vooral trof: zelfs het openbaar domein werd meegenomen. Doorkijken, ontmoetingsplekken, groenstroken… ze zijn allemaal deel van dat typische tuinwijkgevoel. Mensen wonen dicht bij elkaar, maar ervaren toch ruimte. De leefkwaliteit van het weefsel werd kwantificeerbaar opgenomen in het richtinggevend kader. In tijden waarin (doorgedreven) verdichting hoog op de agenda staat, toont de tuinwijk zich als inspirerend voorbeeld. Compact en collectief, maar mét lucht en licht. Misschien is dit model wel precies wat we nodig hebben om de balans te vinden tussen wonen, verdichten en leefkwaliteit . "In tijden van verdichting herinnert de tuinwijk ons aan wat echt woonkwaliteit is." Meer dan een optelsom Het erfgoedzoneringsplan vertaalt de erfgoedgedachte in concrete maatregelen, denk aan: dakrenovaties moeten gebeuren met bruinrode pannen. Logisch om uniformiteit te bewaren. Ik ben kritisch. Niet elk element is onderworpen aan een reglementair kader- ok. Het wringt wel dat het buitenschrijnwerk bijvoorbeeld wél volledig vrij is, zelfs knalroze zou kunnen zijn. Deze keuze voelt wat vreemd, en maakt duidelijk hoe lastig de balans is tussen regeldrift en keuzevrijheid . Waar leg je de klemtoon op? Welke elementen maken en kraken de visuele uniformiteit? Zou u een andere klemtoon leggen dan de kleur van de dakpannen en het gevelmetselwerk? Als tweede: hoe zorgen we dat een renovatie meer is dan het verbeteren van losse onderdelen? Want een woning is geen optelsom van ramen, daken en gevels, het moet een be-leefbaar geheel worden. Gezien het aspect woonkwaliteit van de woningen an sich schijnbaar niet kwantificeerbaar is meegenomen in de voorstudie, is het logisch dat dit niet wordt beklemtoond in het erfgoedzoneringsplan. Tijdens de voorstelling werd aangehaald dat elke renovatie maatwerk is: een paradox ?! Hoe kwantificeer je woonkwaliteit dan? En hoe is dat verenigbaar met het maximaal behouden van het oorspronkelijk uitzicht? Wat betekent woonkwaliteit überhaupt in een tuinwijk? In essentie zijn het de kwaliteiten die de wijk zo sterk maken: ruimte, licht, lucht en perspectief , vertaald naar het niveau van de woning zelf. De arbeiderswoningen zijn compact en opgebouwd uit kleine kamers, vaak niet volgens de huidige normen. Juist daarom is het belangrijk dat het erfgoedzoneringsplan ook rekening houdt met het binnenleven van de woningen, niet enkel met hun gevelbeeld. Een perfect herstelde gevel heeft weinig waarde als binnen de ruimtes benauwd, slecht geventileerd of moeilijk bewoonbaar zijn. Daarom is een renovatieplan cruciaal: een concreet plan dat elke eigenaar, samen met bouwprofessionelen, opstelt binnen het kader van het erfgoedzoneringsplan. Het vertaalt de grote principes met name erfgoedwaarde, woonkwaliteit en duurzaamheid naar praktische stappen voor één specifiek huis . Teamsport Renoveren kost geld, zeker bij erfgoed. Vaak gebeurt het gefaseerd, over meerdere jaren. Een goed renovatieplan helpt om geen dubbel werk te doen en middelen efficiënt te gebruiken . Denk aan ramen die meteen op de juiste diepte geplaatst worden voor toekomstige gevelisolatie, of aan dakoversteken die nu al voorzien worden op bijkomende lagen later. Zo’n plan is meer dan een lijst werken: het is een strategie , afgestemd op de woning, haar erfgoedwaarde én het budget van de eigenaar. Zo wordt renoveren niet alleen zorg voor het verleden, maar ook een investering in duurzame woonkwaliteit voor de toekomst. Wat ik meeneem van deze voorstelling: er is al veel werk verzet, het erfgoedzoneringsplan is een goed vertrekpunt maar zoals een diamant zou het nog bijgeslepen moeten worden. Er ligt nog een weg voor ons. En die weg bewandel je nooit alleen. Bouwen en renoveren, zeker met erfgoed, is een teamsport . Het vraagt inzet van ontwerpers, overheden, uitvoerders én bewoners. Alleen zo groeit een kader dat erfgoed bewaakt, maar tegelijk ruimte laat voor woonkwaliteit en gezond verstand . Misschien is dat wel de grootste les van Beringen-Mijn: dat de tuinwijk niet alleen een stukje verleden is, maar ook een kompas voor de toekomst . ~ AR. K imberly Wouters Hoe evolueert het nu verder? De stad werkt aan een renovatiehandboek in samenwerking met STEBO met informatie rond het erfgoedzoneringsplan, een renovatie-stappenplan en een lijst met nuttige tips, tricks, links en instanties die u verder kunnen helpen naar subsidies maar ook bouwprofessionelen als mezelf. nuttige links contact | Architect Kimberly Wouters Wonen - Stebo vzw Een lagere energiefactuur en meer comfort voor elke Limburger - energiehuislimburg Renovatiecoach - SAAMO Limburg artikels over het erfgoedzoneringsproject: Erfgoedzoneringsplan - Stad Beringen Beringen brengt erfgoedwaarde mijncité Beverlo in kaart - Stad Beringen artikels over de renovatiecoach: Beringen - Renovatiecoach om de cité op te waarderen - Internetgazet Renovatiecoach in Beringen moet citébewoners helpen bij het renoveren van hun erfgoedwoning | VRT NWS: nieuws
- Checklist: de geïnformeerde bouwheer
Wanneer u gaat bouwen of renoveren zijn er twee must-haves: een goede voorbereiding- samen met uw architect- en een betrouwbare aannemer. Maar hoe begint u aan die zoektocht naar een kwalitatieve aannemer? In dit nieuwsbrief verhaal vindt u een beknopte checklist die u al een heel eind op weg kan helpen! Werfbeeld van het project Linc Parc in Lanaken (Atheneum) De gouden standaard: twijfelt u aan een aannemer, zit uw gevoel niet goed? Ga er dan niet mee in zee! Dit geldt in principe voor alle bouwpartners, ook de architect. De aannemer moet moet ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen en zijn activiteiten geregistreerd hebben. uittreksel van de KBO voor Architect Kimberly Wouters De aannemer heeft een correct adres , het gaat niet om een “postbus”-onderneming De aannemer heeft geen sociale en/of fiscale schulden en is solvabel. De aannemer vraagt geen excessieve voorschotten en voorziet duidelijke betalingsvoorwaarden. De aannemer is voldoende kredietwaardig. De aannemer moet verzekerd zijn voor de tienjarige aansprakelijkheid , indien de bouwwerf de verplichte tussenkomst van een architect vereist. De aannemer is verzekerd voor zijn burgerlijke aansprakelijkheid. De aannemer heeft de vereiste beroepsbekwaamheid (voor Brussel en Wallonië). De aannemer werkt aan zijn identiteit, uitstraling, marketing. De aannemer heeft beroepskennis en heeft werkreferenties . Het hebben van referentieprojecten is van belang. Als architect deel ik zowel lopende als voltooide projecten zowel op social media als in het portfolio. Dit is een beeld van de aanplakking van mijn eerste succesvolle aanvraag omgevingsvergunning. De aannemer stelt een correcte prijs in vergelijking met andere aannemers en verstrekt een gedetailleerd aanbod. De aannemer stemt ermee in samen te werken met een architect en heeft u ingelicht over eventuele nodige vergunningen. De aannemer stelt een redelijke aanvangsdatum voor de werken vast. Planning is cruciaal. Voor deze aanbouw aan een bestaande ééngezinswoning in Korpsel willen we een strakke planning aanhouden om de hinder voor het gezin zoveel mogelijk te beperken tijdens uitvoer. De woning blijft immers bewoond terwijl de aanbouw wordt geconstrueerd. ~AR. K imberly Wouters U bent op zoek naar een geschikte aannemer en heeft nood aan advies? Neem dan nu contact op: Dit fragment komt uit een volledige checklist uit een publicatie van de FOD economie in samenwerking met Embuild, de bouwunie en leden van VRC Verbruik. Ga direct naar de publicatie via deze link: De checklist van de geïnformeerde bouwer | FOD Economie ( fgov.be )De checklist van de geïnformeerde bouwer | FOD Economie ( fgov.be )
- Het Bouwproces
Staat u op het punt om te bouwen of te renoveren? Dan zult u ongetwijfeld te maken krijgen met het bouwproces: een gestructureerde reeks stappen die elke succesvolle bouw of renovatieproject doorloopt. In dit artikel nemen we u mee door de essentiële fasen van het bouwproces en geven we u een kort overzicht van wat u in elke fase kunt verwachten. Fase 1: Vrijblijvend verkenningsgesprek met een architect Het eerste gesprek met een architect is altijd gratis en vrijblijvend. U bespreekt uw project en u deelt uw wensen, behoeften en budget. Tegelijk deelt de architect haar visie en werkwijze, zodat beide partijen weten wat ze kunnen verwachten en een goede klik kunnen vormen. Open communicatie en vertrouwen is fundamenteel voor een optimale werkrelatie. De architect stelt een offerte op, bij aanvaarding start de architect met een vooronderzoek en het voorontwerp. Fase 2: Vooronderzoek & Voorontwerp De architect voert een vooronderzoek uit en begint met het vertalen van uw wensen naar een eerste ruimtelijk ontwerp. Dit wordt besproken en eventueel gereviseerd. Het aantal revisies en de bijbehorende kosten worden vooraf afgesproken en vastgelegd in de offerte. Op het einde van deze fase heeft u een definitief voorontwerp dat als basis dient voor de aanvraag van de omgevingsvergunning. Fase 3: Omgevingsvergunning Tijdens deze fase stelt de architect een bouwdossier op en begeleidt u bij het aanvragen van een omgevingsvergunning bij de gemeente. Wat moet er allemaal in de aanvraag zitten? Lees het in de nieuwsbriefverhaal: XXX Zowel u als de architect ondertekenen de aanvraag bij indiening. Fase 4: Aanbestedingsfase Tijdens de aanbestedingsfase bereidt de architect het ontwerp technisch voor en moeten de geschikte aannemers gezocht worden. Fase 5: Werf Na het verkrijgen van de omgevingsvergunning en het aanstellen van de aannemers, meldt u de startdatum bij de gemeente voordat de bouwwerkzaamheden beginnen. Uw architect begeleidt de werf, stuurt bij waar nodig en verzamelt de verzekeringsattesten van de aannemers, essentieel voor de tienjarige aansprakelijkheid. Fase 6: Oplevering Na (grotendeels) afronden van de werken, volgt de oplevering: voorlopig direct na de werffase en definitief een jaar later. Samen met uw architect en aannemer(s) loopt u het project door, noteert de architect gebreken die nog moeten worden in een verslag dat door alle partijen wordt ondertekend. Fase 7: nazorg Na de oplevering van uw project is het belangrijk om aandacht te besteden aan de nazorg. Dit houdt niet alleen in dat u zorgt voor het juiste onderhoud van uw nieuwe ruimte, maar ook dat u de administratieve zaken goed regelt. Denk bijvoorbeeld aan het herberekenen van het kadastraal inkomen: een belangrijke stap om uw eigendom correct geregistreerd te krijgen. TIP : Als u project in meerdere fases wordt uitgevoerd, is dit het moment om de voorbereidingen voor de volgende fase zorgvuldig te plannen. Dit zorgt ervoor dat u naadloos verder kunt gaan zonder onnodige vertragingen. Met een goed doordachte nazorg en voorbereiding, kunt u ervoor zorgen dat uw project zijn waarde behoudt en dat alles soepel verloopt, zowel nu als in de toekomst. ~Ar. K imberly Wouters Wenst u meer gedetailleerde informatie over elke fase van het bouwproces, inclusief de specifieke taken van de betrokken bouwpartners? Schrijf u dan nu in voor onze nieuwsbrief! Zo ontvangt u regelmatig waardevolle tips, inzichten en updates rechtstreeks in uw inbox, perfect om uw bouw- of renovatieproject tot een succes te maken: Wil u direct aan de slag? Neem dan meteen contact met op. Ik sta klaar om u te helpen bij elke stap van het bouwproces, van de eerste schets tot de uiteindelijke oplevering inclusief nazorg. Klik nu op de link om een vrijblijvend gesprek in te plannen:
- Nieuwsbrief Archief
In dit archief vindt u een selectie van waardevolle inzichten, tips en trends uit onze nieuwsbrieven. Het nieuwsbrief archief is samengesteld om u te inspireren en te informeren over de de wereld van het bouwen. Of u nu op zoek bent naar praktische adviezen voor u volgende project, meer wil weten over innovatieve ontwerpen, of simpelweg wilt weten hoe het nu allemaal werkt dat (ver)bouwen—dit is de plek waar u het vindt. Blader door de verhalen, ontdek snippets van de nieuwste inzichten, en krijg een voorproefje van de exclusieve inhoud die we delen met onze nieuwsbriefabonnees. Wilt u geen enkel detail missen? Schrijf u dan nu in voor onze nieuwsbrief en blijf als eerste op de hoogte van alles wat er speelt in de architectuurwereld. Want wat doen architecten nu eigenlijk allemaal? ~Ar. K imberly Wouters Wil u direct aan de slag met uw project? Neem dan meteen contact op: Klik nu op de link om een vrijblijvend gesprek in te plannen.
- Onzichtbare ruimte, zichtbare zorg- een relationele houding als maatschappelijke nood
Toen ik de term "zorgarchitectuur" voor het eerst hoorde, klonk die vooral zwaar, wollig en moreel ‘hip’. Het leek het paradepaardje van post-corona tentoonstellingen en lezingen, waar architecten zich konden wentelen in maatschappelijke relevantie. Ik ging er niet naartoe. Niet uit desinteresse, maar omdat het aanvoelde als een vorm van zelflegitimatie, niet als echte betrokkenheid. Vandaag kijk ik daar anders naar. Niet omdat het academisch discours plots overtuigender werd, maar omdat zorg een gezicht kreeg aan de keukentafel. Ouders die hun woning wilden delen met hun kinderen of voor hun zorgbehoevende dochter een plek zochten dichtbij huis. Geen expo, geen theorie, maar concrete levensverhalen die vroegen om nabijheid, autonomie en ruimte om samen te leven zonder elkaar te verliezen. "twee verhaallijnen, één thuis" Vanaf dat moment begreep ik: zorg hoort niet in een aparte architecturale categorie. Er is niet zoiets als zorgarchitectuur, er is alleen architectuur die zorg draagt – en architectuur die dat niet doet. Elke architect die maatschappelijke verantwoordelijkheid opneemt, hoort zorgzaam te ontwerpen. Zorg als houding Zorg in architectuur gaat voor mij niet over bredere deuropeningen of toegankelijke hellingen – al zijn deze essentieel. Het gaat over een houding: ontwerpen met aandacht voor relaties, afhankelijkheden, kwetsbaarheid en ritme. Zorg begint en eindigt thuis. Onze manier van wonen – hoe we bouwen, organiseren en verdelen – ligt aan de basis van vele problemen: eenzaamheid, woningnood, zorgcrisis. We zijn gewend geraakt aan een woonmodel waarin elk gezin zijn eigen afgesloten unit heeft, ver weg van familie of gemeenschap. Autonomie werd een ideologie, maar sloeg om in isolatie. Er zijn alternatieven. In andere culturen is samenleven vanzelfsprekender georganiseerd: multigenerationeel wonen, wooncoöperaties, cohousing. Maar ook dichter bij huis kennen we tradities van gedeeld wonen: begijnhoven, kloosters. Misschien is het tijd om die logica opnieuw te durven denken. Zoals Halewijn Lievens stelt: "De zorg wordt niet enkel onzichtbaar gemaakt, men zou kunnen stellen dat zij tot op zekere hoogte zelfs overbodig wordt gemaakt door het wonen zo te organiseren dat mensen beter in staat zijn om voor zichzelf en hun naasten te zorgen." Wonen herdenken: een praktijkvoorbeeld Een project uit mijn eigen ontwerppraktijk illustreert dit. Een tentwoning uit de jaren 1970 met split-level structuur – op het eerste zicht ongeschikt voor zorgbehoevenden met mobiliteitsproblemen waar de huidige bewoners mee kampen. Er zijn namelijk te veel niveauverschillen die ontoegankelijkheid van verschillende ruimtes haast verzekeren. Maar naast deze uitdagingen schuilt potentieel: twee opritten, een ruime garage op tuinniveau, aparte toegang. De oplossing is een transformatie naar een meergezinswoning, een hedendaagse kangoeroewoning waarbij de dochter en haar gezin de hoger gelegen vertrekken met split-levels betrekt en de ouders een eigen unit op het gelijkvloers- voorheen de garage mits kleine uitbouw zonder niveau verschillen betrekken. De dochter is gericht op het zuidwest- de straatzijde, de ouders op de tuin: de noordoostzijde. Elk heeft zijn autonomie, maar er is ook een cruciale extra: een gedeelde tussenruimte. Geen privéruimte. Geen gemeenschappelijke keuken: a third place, een plek die zich tussen beiden nestelt, niet volledig toe-eigenbaar, maar ook niet vrijblijvend. Een plek voor ontmoeting zonder verplichting. Voor nabijheid zonder verstikking. Een ruimte die ook ingezet wordt bij familiefeesten, of stil gebruikt wordt op een willekeurige ochtend of als toegang naar de tuin voor de voorzijde van de woning.* De third place als zachte kracht Deze third place is geen gang of technische tussenoplossing. Het is geen gadget uit een handboek. Het is het kloppend hart van zorgzame architectuur. Een plek die ruimte geeft aan relationele dynamiek: ruimte die beweegt met de nood aan nabijheid of afstand. Soms is dat een inpandige kamer zoals bij het praktijkvoorbeeld, soms een tuinpad langs een haag met een bank onder een boom bij een zorgunit in de tuin. Het zijn ruimtes die niet voorschrijven, maar uitnodigen. Architecturaal vraagt dit subtiliteit. Aanwijzingen in plaats van regels. Structuren die gedragen worden door menselijke interactie. Er is slechts één regel die ik zou durven vastleggen: deze ruimtes moeten werk op menselijke maat zijn. Architectuur als zachte structuur Zorgzame architectuur is geen typologie of stijl. Het is een manier van werken die vertrekt vanuit relaties. Vanuit het luisteren naar wat nodig is, op een specifieke plek, met specifieke mensen. De third place is de veruitwendiging van die houding. Een fluïde plek, een zacht iemandsland waar zorg kan ontstaan – zonder schaamte, zonder betutteling, zonder heldenrol voor de architect. In tijden van vergrijzing, vereenzaming en groeiend sociaal isolement, is er nood aan architectuur die durft te zorgen. Niet door paternalistisch te sturen, maar door ruimte te maken. Voor ontmoeting. Voor keuzevrijheid. Voor nabijheid en afstand. We ontwerpen geen gebouwen. We ontwerpen kaders voor samenleven. En als we dat goed doen, kunnen ook zachte structuren stevig zijn. Zorg is geen last. Het is een kans. Zorg is geen typologie. Het is een houding die architectuur zichtbaar maakt. Ruimte die ademt. Ruimte die doet zorgen. ~Ar. K imberly Wouters *Het project is maatwerk en nog a work in progress bij het publiceren van dit verhaal.
- De architectonisch filosoferende brug: transcendente wegen die doen bewegen
Infrastructuur is architectuur op het brede spectrum. In dit verhaal gaan we verder dan de kunst van bouwkundige fysicaliteit. Architectuur is immers onze alledaagse leefomgeving: hoe we ons leven beleven en vormgeven. Het omvat de fysische infrastructuur – de gebouwen, de wegen, bruggen, tunnels – en de mentale structuren die onze wereld letterlijk en figuurlijk in stand houden. In werkelijkheid beslaat infrastructuur beide aspecten en is het van elementair belang voor de architectuur en symptomatisch voor de staat van onze samenleving. Infrastructuur is een incoherente collectie van transcendente plaatsen, die ons verbinden, bewegen, en onze cultuur zowel vormt als reflecteert. Infrastructuur zijn plaatsen van aankomst en toekomst... Care to philosophize with me? Focus op de connecties in onze samenleving: beleef de tegenstelling Wanneer we naar een gebouw kijken, zien we een fysieke manifestatie van ideeën, vormgegeven door materialen en geordend in een structuur die zowel functioneel als esthetisch kan zijn. Op kleine schaal zien we hoe het leven rond deze structuur wikkelt. Zichtbaar ontstaat er een corporaal gedicht: licht dat al dansend de tijd afbakent voor onze ogen. Het geeft aan wanneer we onze ogen kunnen openen en sluiten. Het geeft een setting waartegen we kunnen dansen, roepen, ruzieën, lachen... De structuur structureert de tijd van de woning, het gebouw, het gebouwde leven. Een materialisatie van het levensritme. We zijn blootgesteld aan een gevoeligheid voor het afgebakende territorium en de bovenfysieke relaties tussen ons en de plaatsen die we innemen of waarbij we de inname denken te lenen. Op grotere schaal, denk aan een brug of een autosnelweg, verschuift de focus. Infrastructuur evolueert naar een interactie tussen het schijnbaar permanente en het transcendente van de huiselijke schaal. De huiselijke punten A en B – waarbij ik doel op eerstegraadsbestemmingen zoals je woning, je werkplaats, verblijfplaatsen van familie en vrienden – worden als statische bestemmingen geprojecteerd. Het permanente wint aan belang, waarbij de transcendente infrastructuur ertussenin als leegte verdwijnt in onze bewuste perceptie. Toch is het de leegte die wint aan belang: het is de leegte die de socio-economische en culturele connectiepunten van onze maatschappij vormgeeft. Kijk maar naar de eerste gietijzeren brug ter wereld: de Ironbridge over de rivier de Severn in Shropshire, Groot-Brittannië. Deze brug was een toenmalig technisch hoogstandje en luidde het industriële tijdperk in van grote ijzer- en stalen structuren zoals de Eiffeltoren of de Bibliothèque nationale de France in Parijs. De vooruitgang met bijbehorend optimisme was aangebroken. Zonder deze brug, of beter gezegd de symboliek achter deze brug, zouden we de wereld zoals we deze vandaag kennen, mogelijk niet herkennen. Eén moment is het hier, het volgende is het weg. Net zoals de Oriënt Express door een prachtig landschap glijdt. De leegte is metafysisch. De weg is fysiek vanzelfsprekend en mentaal schijnbaar vanzelfsprekend. Honderd jaar geleden was het nemen van een vliegtuig bijna ongehoord. Het zicht vanuit een vliegtuig was onzichtbaar: vogels vliegen zo hoog niet, mensen zeker niet, tot het mirakel uitgroeide tot een mondaine infrastructuur. Nu zijn vlieghavens (belangrijke) transitplaatsen. De komst van jouw identiteit en entiteit aan een (andere?) samenleving. Een aankomst. Een aankomst met een andere socio-economische toekomst. Het vliegverkeer heeft de globalisatie mogelijk gemaakt. Een generieke unificatie? Gelukkig niet. Vlieghavens als transitplaatsen. Je voelt de ruimte: de ruimte van de mogelijkheden van het zijn. The excitement van het vliegen voor het eerst in miljarden jaren op onze blauwe bol. Verder is de infrastructuur een stimulerende springplank uit de mentale impasse die het sociale klassensysteem oplegt. Een tegenstelling? Geef het wat sociaal perspectief. Voor mijn locatie is de beste referentie: bereikbare sociale woningen. Voor mensen in Kroatië, in Dubrovnik, is het de recent gebouwde brug die het schiereiland met het vasteland verbindt. I let you do the critical thinking. Ter conclusie: havens van bestemmingen zijn gelinkt door metafysische leegtes die de kern vormen van onze gevoelsmatige toe-eigening van de beleving van ruimte. De belichaming van de leegte is de dynamiek van architectuur op het brede spectrum. ~Ar. K imberly Wouters Epiloog Het digitale is een brug. De Ironbridge van vandaag voor de kunst van het vormgeven van ons dagelijks leven: we zijn krakers in deze metaverse wereld en werken met gevonden objecten om de ruimtelijke inname te lenen. Een knipoog naar het project Silosophy in mijn academisch portfolio.
- De Kracht van Beeld: Tussen Werkelijkheid en Verbeelding
Als architect werk ik dagelijks met beelden. Ze helpen mij bij het maken van ontwerpkeuzes en bij het selecteren van materialen. Maar een beeld is meer dan enkel een visueel hulpmiddel— het is een ruimtelijke taal, een actor. Een beeld vanuit een bepaald perspectief kan vormen hoe we ruimte ervaren en betekenis geven aan onze omgeving. Het is dan ook van belang om te begrijpen hoe beelden precies werken om ze te kunnen maken en te kunnen inzetten. This is not real. De Driehoek van Beeldvorming De manier waarop een beeld wordt samengesteld, overstijgt esthetiek en het commerciële aspect. Het is een gedragssturend dynamisch spel tussen waarneming, interpretatie en creatie. Elk beeld beweegt zich binnen een continu spanningsveld van drie elementen: - De waarneming: wat onze ogen daadwerkelijk registreren. - Het mentale beeld: hoe we dit waarnemen en interpreteren. - Het tegenbeeld: de manier waarop we de werkelijkheid hercreëren. Zelfs een simpele foto is geen objectieve weergave van de realiteit, maar een interpretatie, een extractie van een moment dat nooit volledig de waarheid kan omvatten. In een wereld waarin we via sociale media in een digitale metaverse leven, ervaren we deze vervreemding voortdurend. Wat we zien, is niet langer een ruwe weergave van de werkelijkheid, maar een gecureerde, gefilterde reconstructie ervan. De (On)bewuste Vervorming van de Realiteit Net zoals de schildertechniek sfumato in de Renaissance contouren en kleuren verzachtte om een suggestief, dromerig effect te creëren, vervormen moderne digitale bewerkingen onze waarneming van wat echt is. De mens is inherent imperfect, maar streeft naar perfectie. Dit spanningsveld is niet nieuw. Shakespeare verwoordde het al in Hamlet: “God hath given you one face, and you make yourselves another.” Instagram-filters en Photoshop laten ons geloven in een perfecte realiteit waarin imperfecties worden weggevaagd, waarin het 'authentieke' steeds meer een constructie wordt. We herscheppen de werkelijkheid, verbergen ruwe randjes en kneden een wereld naar ons verlangen. Maar is dit een poging om de werkelijkheid te manipuleren of juist om haar te herscheppen? Hierin schuilt ook een fundamenteel verschil tussen bijvoorbeeld een collage en Photoshop: de ene is een bewuste, artistieke herinterpretatie, terwijl de andere soms een moreel discutabele poging is om een alternatieve waarheid te construeren. topos: de foto als goddelijke kunst Een goed beeld maakt het afwezige aanwezig. Dit concept sluit aan bij het klassieke idee van topos: de gemeenschappelijke ruimte waarin kunst een bijna goddelijke kracht krijgt om iets voelbaar te maken dat fysiek nog niet bestaat. Architectuur an sich en kunst delen deze eigenschap. Ze transformeren een abstract idee tot een tastbare ervaring. Een tekening, een visualisatie of een collage is geen loutere weergave van een toekomstig gebouw; het is een belofte, een inkijk in een nog te verwezenlijken wereld. Net zoals een schilderij meer is dan verf op doek, is een architecturale weergave meer dan een technische illustratie—het is een vertaling van visie en emotie. Creativiteit vs. Manipulatie: Een Ethische Vraag Wanneer is een beeld een creatieve interpretatie, en wanneer wordt het misleiding? In architectuur is dit een delicate kwestie. Een render kan een ruimte laten voelen als een zonovergoten, harmonieuze omgeving, terwijl het uiteindelijke gebouw door regelgeving, budget of praktische overwegingen heel anders aanvoelt. De kracht en het gevaar van beeldvorming liggen in deze manipulaties. Beeld als Architecturale Taal Als architect gebruik ik beelden niet (alleen) om ontwerpen te tonen, maar om verhalen te vertellen, om sferen op te roepen en om betekenis te geven aan ruimte. Beeld is een taal op zich, een brug in het bewustzijn tussen de wereld zoals we die kennen en de wereld zoals we die dromen. En misschien ligt daarin wel de ware magie: in de spanning tussen realiteit en verbeelding, tussen imperfectie en ons verlangen naar perfectie. Wat we zien, wat we denken en wat we creëren vormen samen een eindeloze dialoog—een spel waarin architectuur niet enkel gaat over bouwen, maar vooral over betekenis geven aan onze omgeving. ~Ar. K imberly Wouters Deze blogpost is grotendeels gebaseerd op een eigen interpretatie van het boek: "Instagrammable: What Art Tells Us about Social Media" van Koenraad Jonckheere (2024). > zeker een mustread ! De collage is een samenstelling van een eigen architectuurvisualisatie en beelden genomen tijdens de expo in MoMu Antwerpen: Maskerade, make-up & Ensor
- Pre-modernistische saneringscyclus: Le Grand- Hornu
Als kind van het mijnlandschap van Beringen-Mijn, ben ik altijd gefascineerd geweest door de site 'Le Grand-Hornu'. Dit historische industriële mijncomplex in de Borinage, ten zuidwesten van Bergen, prijkt sinds 2012 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Wat Le Grand-Hornu zo bijzonder maakt, is niet alleen de overlevering van de historische mijngebouwen, maar ook de vooruitstrevende visie van Henri De Gorge. Zijn paternalistische aanpak van de werk-privé verhouding transformeerde de site tot een vroeg meesterwerk van functionele stedenbouw in de 19e eeuw. Bouwen: mijnwerkers' offer voor gezondheid aan de klassieke kapitalistische tempel De Gorge ging verder dan alleen het bouwen van werkplaatsen, kantoren en zijn eigen woning. Hij ontwierp een complete stadswijk incl. levenswijze voor zijn arbeiders, met als doel hen aan de compagnie te binden. In het begin van de 19e eeuw werkten vooral boeren seizoensgebonden in de mijnen, wat het voor De Gorge lastig maakte om vaste werknemers te vinden. Om dit probleem op te lossen, creëerde hij een bijna utopische omgeving waarin hij inspeelde op de levensomstandigheden van de mensen. Vaak sliep de hele familie in één kamer zonder enig comfort of sanitaire voorzieningen. De Gorge bouwde stenen woningen met vooruitstrevend leefcomfort. Kinderarbeid vanaf 6 jaar was in de negentiende eeuw bijna een must. De gorge bouwde een jongens- en meisjesschool en voerde verplichte scholing in tot de leeftijd van 12 jaar. De site bood ook voorzieningen zoals een ziekenhuis, kiosk, feestzaal en een park. Zo schiep De Gorge een eiland van betere levensomstandigheden dat mensen aantrok. De keerzijde was dat De Gorge streng toezicht hield op zijn werknemers: hij controleerde hun leven op dictatoriale wijze. Zijn paternalistische visie uitte zich in een doelmatige inplanting van deze functies met de woningen rond het hart van de site met de werkplaats. Wanneer we de stedenbouwkundige inplanting ontleden zien we een duidelijk functioneel en formeel geheel in modernistische zin. De werkplaats zelf wordt gekenmerkt door de cour centrale: een ovale binnenplaats omringd door de arcade-ateliers, de machinezaal en het ingenieursgebouw in neoklassieke stijl. Iedereen ziet alles, alles wordt gezien: panopticum style- een welgekend concept voor gevangenissen. Maak ik hier een parallel tussen een gevangenis en de werkzone van Le Grand Hornu? Vanuit een 21ste eeuws Westers perspectief: ja. De nodige nuance moet uiteraard gemaakt worden. De Gorge had gedeeltelijk de beste bedoelingen. Naïef genoeg geloof ik wel dat hij oprecht sociale vooruitgang wenste. Realistisch genoeg was hij ook gedreven door de één van de grootste drijfveren van de geïndustrialiseerde wereld: geld. Money makes the world go round. Efficiëntie, het verhogen van de productiviteit zullen zeker hoog op de agenda hebben gestaan, en heeft hij volgens de overlevering ook bereikt. NeoKlassieken: Scavenger, Shepard, Slave De belangrijkste getuigenis van zijn succes is het kasteel dat hij liet bouwen. Aan het ingenieursgebouw bevindt zich het kasteel van De Gorge, terwijl aan de andere kant de cité met arbeiderswoningen ligt. Wederom een ruimtelijke vertaling van zijn paternalistische ideologie met een strikte hiërarchie. Zijn kasteel is vrij opulent in vergelijking met de arbeiderswoningen. De bakstenen huizen waren, op de hoekwoningen na, allemaal identiek. De hoekwoningen waren bestemd voor de opzichters- de porions- die zowel in de mijn als in de wijk toezicht hielden. Elk huis beschikte over eigen sanitaire voorzieningen, had twee kamers op het gelijkvloers en drie op de bovenverdieping, en de bewoners deelden een bakoven per tweewoonst. De huizenrijen werden van elkaar gescheiden door een 12 meter brede laan, geïnspireerd op het Haussmannplan. Deze brede straat en de eigen sanitaire voorzieningen waren vernieuwend en lijkt de voorloper voor wat later het "lucht, licht en gezondheid"-credo van het modernisme zou worden. De modernistische kiem komt niet alleen tot uiting in de arbeiderswoningen. je kunt ook een vorm van pre-modernisme herkennen in de werkhallen. De arcade-ateliers bijvoorbeeld verwijzen duidelijk naar de klassieke architectuur van de oude Grieken en Romeinen, met de rondbogen en klassieke opbouw. Toch is er een moderne twist die breekt met de natuurlijke bouwkrachten: vorm wordt hier bewust gecreëerd. Hoewel de cour centrale gevormd door deze arcade op het eerste gezicht symmetrisch lijkt, onthult een nadere blik de aanwezigheid van vier onderscheiden kwadranten. Is dit authentiek, of een herinterpretatie? Hier lijkt vorm vernietigd te worden door de creatie van objectivering, wat het tot een postmodern artefact avant la lettre maakt. Hoewel mijnbouw in wezen zware en vaak gevaarlijke fysieke arbeid was, kan het gebruik van de neoklassieke stijl ook worden gezien als een poging om deze arbeid te verheffen en te verheerlijken. Door mijngebouwen te ontwerpen als imposante, klassieke tempels van industrie, werd het werk in de mijnen bijna verheven tot een nobele activiteit, passend bij de grootsheid van klassieke beschavingen. De neoklassieke stijl werd ook geassocieerd met de Verlichting en het geloof in de kracht van rede en vooruitgang. Door mijngebouwen in deze stijl te ontwerpen, werd een verband gelegd tussen industriële vooruitgang (mijnbouw) en de rationele, verlichte idealen die de basis zouden vormen voor een betere toekomst. Coming full circle: die betere toekomst lag in het verheerlijkt werk en moderne stenen huizen aan de andere kant van de site. Zoals alle mijnsites sloot Le Grand-Hornu. Na verval, redding door liefebbers biedt Le Grand- Hornu nu een interessante mix van archeologie, authentieke neoklassieke architectuur en een hybride hedendaagse architectuur onder het mom van adaptive re-use. Deze herbestemming activeert de site op een manier die het verleden overstijgt en dicht bij onze menselijkheid komt: cultuur. Dit komt tot uiting in het CID (Centrum voor Innovatie en Design) en het MACS (Museum voor Hedendaagse Kunsten). Is Cultuur het nieuwe saneringsstreven om de werkende bevolking te binden aan een kapitalistisch model? Time will tell... Maar één ding is zeker: de geschiedenis is cyclisch. ~Ar. K imberly Wouters *De twee collages zijn samengesteld uit eigen beeldmateriaal na een bezoek aan de site in augustus 2024.
- Analoge Ruis : het Volks Paleis
De openbare bibliotheek is de plek waar ik als kind elke zaterdag kwam om verhalen uit te kiezen. De hele week vertoefde ik in een fantasiewereld, uitkijkend naar het volgende bezoekje aan de bib. De bib is ook de plek waar ik voor het eerst een computer gebruikte, schuilde voor de regen terwijl ik wachtte op de bus naar huis, buffalowormen en krekels proefde, en een workshop mocktails volgde. Niet wat je zou verwachten, toch? De bib als sociaal centrum is echter geen nieuw concept: Andrew Carnegie, invloedrijke Amerikaanse industrieel van de late 19e en vroege 20e eeuw en filantroop, geloofde in de kracht van openbare bibliotheken. Specifiek om educatieve kansen te bieden aan zij die anders niet in de mogelijkheid zouden zijn om bepaalde kennis te vergaren. Zijn bijdrage aan de bouw van talloze openbare bibliotheken, vooral in de Verenigde Staten van Amerika, heeft een significante bijdrage geleverd aan het algemene niveau van geletterdheid en onderwijs in de hele Westerse wereld. Hij doorbrak grenzen door niet alleen mannen, maar ook vrouwen en zelfs kinderen ruimte te geven voor kennisontwikkeling. Dit vertaalt zich zeker ook in de architectuur. De meeste bibliotheken waren gericht op een praktisch ruimte-efficiënt ontwerp en op toegankelijkheid. Iedereen, ongeacht sociale klasse of leeftijd, was en is nog steeds welkom. Grote leeszalen waar de collectie niet afgescheiden is, zalen voor educatieve programma's met auditoria, en de veelgebruikte gemeenschapsruimtes voor bijeenkomsten van bijvoorbeeld vrouwenclubs, dragen bij aan dat openbare karakter. Het creëert ruimte voor gemeenschapsbetrokkenheid. Een kritische noot is dat de bibliotheken vaak uitsluitend bereikbaar waren na het bestijgen van een trap. Vanuit het concept 'thirteen steps of knowledge' zouden de mensen die echt ambitieurs zijn en nut vinden in de bib de trappen wel bestijgen. De mensen voor wie het te veel was om de trappen te doen zouden de kennis niet waardig zijn. Weliswaar sluitte deze trappen de mensen uit die wel wilden, maar fysiek niet in staat waren om de trappen te doen zoals ouderen. Bittersweet filantropie: enkel beschikbaar voor productieve mensen die zouden bijdragen aan de maatschappij en konden meespelen in het kapitalistisch spel dat Carnegie's verhaal van rags to riches had getekend. Niet iedereen kreeg de nodige funding van Carnegie. Gemeenschappen moesten een aanvraag vervolledigen (in een tijd van grote ongeletterdheid geen simpele opgave), en hun plannen voorleggen. De plannen moesten immers voldoen aan een pamflet dat Carnegie en zijn partners hadden opgesteld tussen 1903 en 1911 na consultatie met topbibliothecarissen en bouwkundigen. Dit pamflet "Notes on the Erection of Library Buildings" gaf 5-6 scenario's voor de planmatige lay-out van de bib met aanbevelingen gebaseerd op de grootte van het gebouw en het perceel. Het pamflet benadrukte ook het aanpassingsvermogen voor toekomstige uitbreiding langs de noordelijke façade die zo sober en raamloos mogelijk moest blijven. Dit bleek een goede calculatie te zijn gezien veel van de bibliotheken doorheen de tijd samen met de collectie zijn uitgebreid. Om een blijvende impact te hebben, zijn deze bibliotheken bovendien vaak ontworpen en opgetrokken met duurzame materialen en constructiemethoden. "Notes on the Erection of Library Buildings" is dus zeker vandaag nog steeds relevant. Doorheen de jaren, met de ontwikkeling van een basiseducatie en de opkomst van het internet, is de focus op pure kennisvergaring verschoven. Het gebruik van de bib is geëvolueerd van inspanning naar ontspanning en interactie. Denk bijvoorbeeld aan de vaste bezoeker die elke ochtend zijn krant komt lezen, gepensioneerden op zoek naar een babbeltje in de koffiehoek, en ook de meer georganiseerde boekclub... Deze gedeelde ervaring geeft aanleiding tot dialoog. Door plaats te geven aan dat dialoog, positioneert een bibliotheek zich in het hart van onze digitale maatschappij als sociale infrastructuur en veerkrachtig centrum. In essentie overstijgen bibliotheken hun fysieke aanwezigheid. Ze bieden troost, gezelschap en een toevluchtsoord voor digitale ruis. Broodnodig in een maatschappij waar de eenzaamheid groeit en mensen steeds meer geïsoleerd raken in hun eigen metaverse. Een goed voorbeeld van een 'moderne' bibliotheek waar aandacht is besteed aan een centraal forum, is de bibliotheek van Beringen. Een bibliotheek met een cirkelvormig grondplan waar centraal een grote vide plaats creëert voor allerhande activiteiten. Rond deze vide liggen op het gelijkvloers diverse functies zoals een leeszaal, koffiehoek, uitleenbalies, maar ook een computerhoek en de kinderhoek. Op de verdiepingen wisselen rekken met avonturen en intieme leeshoekjes elkaar af. De recente uitbreiding met de polyvalente zaal, het leesterras en initiatieven zoals workshops, plantenbieb... maken van deze bib echt een levend hart van de Beringse gemeenschap. Deze investering was het waard, en zeker na het weghalen van lokale wijkbibliotheken door besparingen. Maar dat is een verhaal voor een andere keer. In conclusie staat de openbare bibliotheek symbool voor een veilige, open en gratis publieke plaats waar kinderherinneringen samenkomen met volwassen behoeften. Van de eerste ontmoetingen met verhalen tot het schuilen voor de regen en het eten van krekels, de bibliotheek overstijgt haar fysieke ruimte om een baken van gemeenschapsbetrokkenheid en kennisverspreiding te worden. Geïnspireerd door visionaire inspanningen van figuren zoals Andrew Carnegie, hebben bibliotheken zich ontwikkeld tot centra van sociaal contact die dynamisch inspelen op de veranderende behoeften van de samenleving. Tegelijk blijven principes van inclusiviteit en zelfs duurzaamheid deel van hun kernidentiteit. In het digitale tijdperk blijft de bibliotheek een essentieel tegengif tegen de groeiende eenzaamheid, een oase te midden van de chaos van de virtuele wereld. Door doordacht ontwerp en innovatieve programmering belichamen bibliotheken zoals die in Beringen de blijvende relevantie van deze culturele instellingen, als drijfveren voor gemeenschapscohesie en veerkracht. Terwijl we terugblikken op het verleden en naar de toekomst kijken, blijft één ding duidelijk: de bibliotheek blijft ons collectieve verhaal vormgeven, en biedt een toevluchtsoord waar analoge en digitale werelden samenkomen. Het is de plaats waar de geest van verkenning en verbinding gedijt. ~ K imberly Wouters, Architect. *Angstige Krekelgeluiden* Bron over Carnegie's bibliotheken: CAPPS,K., How Andrew Carnegie Built the Architecture of American Literacy , internet, 28 oktober 2014, (17 maart 2024), https://www.bloomberg.com/news/articles/2014-10-28/how-andrew-carnegie-built-the-architecture-of-american-literacy . Link naar de Bibliotheek van Beringen : Startpagina | Bibliotheek Beringen Fragmenten over en uit het pamflet " Notes on the Erection of Library Buildings":
- 250 Wijsheden der architectuur
Als architect moet je van veel markten thuis zijn. Zo ken je best de thermische eigenschappen van glas, op welke bouwpremies de bouwheer recht heeft maar ook hoe mensen graag in een stoel zitten, hun keuken gebruiken en hoe ver een fluistering kan reiken. Er bestaan geen vaste lijsten met architectenwijsheden die bepalen met welke kennis je de titel architect waardig bent, al heeft Michael David Sorkin (2 augustus 1948 – 26 maart 2020) toch een poging gedaan. Sorkin was een Amerikaanse architectuur- en stadscriticus, ontwerper en docent en werd beschouwd als een van de meest uitgesproken publieke intellectuelen in de architectuur, een polemische stem in de hedendaagse cultuur en het ontwerp van stedelijke ruimtes aan het begin van de eenentwintigste eeuw. In zijn boek "What Goes Up" beschreef Sorkin 250 dingen die een architect zou moeten weten. Ik moet toegeven dat ik zelf zeker nog niet alles op dit lijstje ken of heb ervaren. Toch is het plezierig om deze lijst af en toe door te nemen en mijn kennis en positie hierin te evalueren . Hoe goed scoor jij op deze lijst met 250 architectenwijsheden? 1. Het gevoel van koel marmer onder blote voeten. 2. Hoe te leven in een kleine kamer met vijf vreemden gedurende zes maanden. 3. Met dezelfde vreemden in een reddingsboot voor een week. 4. De modulus van breuk. 5. De afstand die een schreeuw draagt in de stad. 6. De afstand van een fluistering. 7. Alles wat mogelijk is over de tempel van Hatsjepsoet (probeer het niet als "modernistisch" avant la lettre te zien). 8. Het aantal mensen in sociale huurwoningen in Brussel. 9. In jouw stad . 10. Het bloeiseizoen van azalea's. 11. De isolerende eigenschappen van glas. 12. De geschiedenis van de productie en het gebruik ervan. 13. En de betekenis ervan. 14. Hoe bakstenen te leggen. 15. Wat Victor Hugo echt bedoelde met "dit zal dat doden". 16. De snelheid waarmee de zeeën stijgen. 17. Bouwinformatie modellering (BIM). 18. Hoe een Rapidograph te ontstoppen. 19. De Gini-coëfficiënt. 20. Een comfortabele verhouding tussen trede en opstand voor een zesjarige. 21. In een rolstoel. 22. De energie die in aluminium is belichaamd. 23. Hoe een hoek om te slaan. 24. Hoe een hoek te ontwerpen. 25. Hoe in een hoek te zitten. 26. Hoe Antoni Gaudí de Sagrada Família modelleerde en de structuur berekende. 27. Het proportiesysteem voor de Villa Rotonda. 28. De snelheid waarmee dat tapijt dat je hebt gespecificeerd verslijt. 29. De relevante secties van de Codex van Hammurabi. 30. De trekpatronen van zangers en andere seizoensreizigers. 31. De basis van modderconstructie. 32. De richting van de heersende winden. 33. Hydrologie is bestemming. 34. Jane Jacobs in en uit. 35. Iets over Feng Shui. 36. Iets over Vastu Shilpa. 37. Elementaire ergonomie. 38. Het kleurenwiel. 39. Wat de klant wil. 40. Wat de klant denkt te willen. 41. Wat de klant nodig heeft. 42. Wat de klant zich kan veroorloven. 43. Wat de planeet zich kan veroorloven. 44. De theoretische bases voor moderniteit en veel over zijn facties en invloeden. 45. Wat post-Fordisme betekent voor de productiemethode van gebouwen. 46. Een andere taal. 47. Wat de baksteen echt wil. 48. Het verschil tussen de Winchester Cathedral en een fietsenstalling. 49. Wat er misging in Fatehpur Sikri. 50. Wat er misging in Pruitt-Igoe. 51. Wat er misging met de Tacoma Narrows Bridge. 52. Waar de CCTV-camera's zijn. 53. Waarom Mies echt Duitsland verliet. 54. Hoe mensen leefden in Catal Huyuk. 55. De structurele eigenschappen van tufsteen. 56. Hoe de afmetingen van een brise-soleil te berekenen. 57. De kilowattkosten van fotovoltaïsche cellen. 58. Vitruvius. 59. Walter Benjamin. 60. Marshall Berman. 61. De geheimen van het succes van Robert Moses. 62. Hoe de koepel op de Duomo in Florence werd gebouwd. 63. De wederzijdse invloeden van Chinese en Japanse gebouwen. 64. De cyclus van het Ise-schrijn. 65. Entasis. 66. De geschiedenis van Soweto. 67. Hoe het is om over Las Ramblas te lopen. 68. Back-up. 69. De juiste verhoudingen van een gin martini - een piña colada 70. Schuif- en buigmoment. 71. Shakespeare, enzovoort. 72. Hoe de kraai vliegt. 73. Het verschil tussen een getto en een buurt. 74. Hoe de piramides werden gebouwd. 75. Waarom. 76. De geneugten van de voorsteden. 77. De gruwelen. 78. De kwaliteit van licht dat door ijs passeert. 79. De zinloosheid van grenzen. 80. De redenen voor hun hardnekkigheid. 81. De creativiteit van het ecoton. 82. De noodzaak van buitenbeentjes. 83. Ongelukken moeten gebeuren. 84. Het is mogelijk om overal te beginnen met ontwerpen. 85. De geur van beton na regen. 86. De hoek van de zon tijdens de equinox. 87. Hoe je moet fietsen. 88. De diepte van de aquifer onder je. 89. De helling van een gehandicaptenoprit. 90. Het loon van bouwvakkers. 91. Perspectief met de hand. 92. Zinsstructuur. 93. Het genoegen van een spritz bij zonsondergang aan een tafel bij het Canal Grande. 94. De sensatie van de rit. 95. Waar materialen vandaan komen. 96. Hoe je kunt verdwalen. 97. Het patroon van kunstlicht 's nachts, gezien vanuit de ruimte. 98. Welke menselijke verschillen verdedigbaar zijn in de praktijk. 99. Scheppen is een geduldig zoeken. 100. Het debat tussen Otto Wagner en Camillo Sitte. 101. De redenen voor de splitsing tussen architectuur en techniek. 102. Veel ideeën over wat utopie vormt. 103. De sociale en formele organisatie van de dorpen van de Dogon. 104. Brutalisme, Bowellisme en de Barok. 105. Hoe te dérive. 106. Veiligheid in de timmerwerkplaats. 107. Veel over de gotiek. 108. De architectonische impact van kolonialisme op de steden van Noord-Afrika. 109. Een afkeer van imperialisme. 110. De geschiedenis van Peking. 111. Nederlandse woonarchitectuur in de zeventiende eeuw. 112. Aristoteles' Politica. 113. Zijn Poëtica. 114. De basis van vlechtwerk en leem. 115. De oorsprong van het ballonkader. 116. De snelheid waarmee koper zijn patina krijgt. 117. De niveaus van deeltjes in de lucht van Tianjin. 118. Het vermogen van witte dennenbomen om koolstof vast te leggen. 119. Waar anders je het kunt onderbrengen. 120. De brandcode. 121. De seismische code. 122. De gezondheidscode. 123. De Romantiek, door de kunsten en filosofie heen. 124. Hoe goed te luisteren. 125. Dat er een groot gevaar is in het werken in een enkel medium: de verstopping waarvan je niet eens weet dat je erin vastzit, zal worden doorbroken door een verschuiving in representatie. 126. Het exquisiete lijk. 127. Schaar, steen, papier. 128. Goede Porto 129. Goed bier. 130. Hoe te ontsnappen uit een doolhof. 131. QWERTY. 132. Angst. 133. Je weg vinden in Praag , Fez, Shanghai, Johannesburg, Kyoto, Rio, Mexico-Stad, Solo, Benares, Bangkok, Leningrad, Isfahan. 134. De juiste manier om met stagiairs om te gaan. 135. Maya, Revit, CATIA, wat dan ook. 136. De geschiedenis van grote machines, inclusief die welke kunnen vliegen. 137. Hoe ecologische voetafdrukken te berekenen. 138. Drie goede lunchplekken op loopafstand. 139. De waarde van menselijk leven. 140. Wie betaalt. 141. Wie profiteert. 142. Het Venturi-effect. 143. Hoe mensen plassen . 144. Wat te weigeren te doen, zelfs voor het geld. 145. De kleine lettertjes in het contract. 146. Een beetje scheepsbouwkunde. 147. Het idee van te ver. 148. Het idee van te dichtbij. 149. Begrafenisrituelen in een breed scala aan culturen. 150. De dichtheid die nodig is om een apotheek te ondersteunen. 151. De dichtheid die nodig is om een metro te ondersteunen. 152. Het effect van het ontwerp van je stad op voedselkilometers voor verse producten. 153. Lewis Mumford en Patrick Geddes. 154. Capability Brown, André Le Nôtre, Frederick Law Olmsted, Muso Soseki, Ji Cheng en Roberto Burle Marx. 155. Constructivisme, in en uit. 156. Sinan. 157. Krottenwijken via bezoeken en gesprekken met bewoners. 158. De geschiedenis en technieken van architecturale representatie door culturen heen. 159. Verschillende andere artistieke media. 160. Een beetje scheikunde en natuurkunde. 161. Geodesie. 162. Geodetiek. 163. Geomorfologie. 164. Geografie. 165. De wet van de Andes. 166. Cappadocië uit de eerste hand. 167. Het belang van de Amazone. 168. Hoe lekkages te dichten. 169. Wat jou gelukkig maakt. 170. De componenten van een comfortabele omgeving voor slaap. 171. Het uitzicht vanaf de Akropolis. 172. De weg naar Santa Fe. 173. De zeven wereldwonderen van de antieke wereld. 174. Waar te eten in Brooklyn. 175. Half zoveel als een Londense taxichauffeur. 176. Het Nolli-plan. 177. Het Cerdà-plan. 178. Het Haussmann-plan. 179. Hellinganalyse. 180. Donkerkamerprocedures en Photoshop. 181. De dageraad na een kater. 182. Stijlen van genealogie en taxonomie. 183. Betty Friedan. 184. Guy Debord. 185. Ant Farm. 186. Archigram. 187. Club Med. 188. Schemering in Dharamshala. 189. Vaste geometrie. 190. Sterktes van materialen (al is het alleen intuïtief). 191. Halong Bay. 192. Wat is bereikt in Medellín. 193. In Rio. 194. In Calcutta. 195. In Curitiba. 196. In Mumbai. 197. Wie oefent? (Het is jouw plicht om deze ruimte te beveiligen voor iedereen die dat wil.) 198. Waarom je denkt dat architectuur goed doet. 199. De afschrijvingscyclus. 200. Wat roest. 201. Goede modelbouwtechnieken in hout en karton. 202. Hoe een muziekinstrument te bespelen. 203. Welke kant de wind op waait. 204. De akoestische eigenschappen van bomen en struiken. 205. Hoe een huis tegen overstromingen te beschermen. 206. De connectie tussen de suprematisten en Zaha. 207. De connectie tussen Oscar Niemeyer en Zaha. 208. Waar noord (of zuid) is. 209. Hoe efficiënt en beleefd aanwijzingen te geven. 210. Stadtluft macht frei. 211. Onder het plaveisel het strand. 212. Onder het strand het plaveisel. 213. De kiemtheorie van ziekte. 214. Het belang van vitamine D. 215. Hoe dichtbij te dichtbij is. 216. De capaciteit van een bioswale om de aquifer te herladen. 217. De diepgang van veerboten. 218. Fietsenveiligheid en -etiquette. 219. Het verschil tussen gabions en riprap. 220. De akoestische prestaties van de Boston Symphony Hall. 221. Hoe je het raam opent. 222. De diameter van de aarde. 223. Het aantal liters water dat wordt gebruikt in een douche. 224. De afstand waarop je gezichten kunt herkennen. 225. Hoe en wanneer ambtenaren om te kopen (voor het grotere goed). 226. Betonafwerkingen. 227. Metselverbanden. 228. "De woningkwestie" door Friedrich Engels. 229. De prismatische charmes van Griekse eilandstadjes. 230. Het energierpotentieel van de wind. 231. Het koelingspotentieel van de wind, inclusief het gebruik van schoorstenen en het schachteffect. 232. Paestum. 233. Strobalenbouwtechnologie. 234. Rachel Carson. 235. Freud. 236. De excellentie van Michel de Klerk. 237. Van Alvar Aalto. 238. Van Lina Bo Bardi. 239. De niet-farmacologische componenten van een goede club. 240. Mesa Verde. 241. Chichen Itza. 242. Je buren. 243. De afmetingen en juiste oriëntatie van sportvelden. 244. Het remediërend vermogen van wetlands. 245. De capaciteit van wetlands om stormvloeden te dempen. 246. Hoe je een werkelijk elegante doorsnede maakt. 247. De diepten van verlangen. 248. De hoogten van dwaasheid. 249. Eb. 250. De gulden en zilveren snede ~ Ar. K imberly Wouters
- Gecrashte Grottekeningen op de Rotonde
Kunst is verweven met elk aspect van onze moderne maatschappijen over de hele wereld. Het is een universele voorwaarde voor het mens-zijn waarbij de benadering van het leven centraal staat. Architectuur is een vak dat stuurt en vorm geeft aan het beleven van dat dagelijks leven. In deze tijd van meervoudige crises kan kunstintegratie een nieuw perspectief bieden aan de zoektocht naar veerkrachtig design, zowel op ecologisch, economisch als sociaal vlak. Sinds de eerste grottekeningen is kunst revolutionair geweest. Volgens de architect Adolf Loos (1870-1933) opent kunst nieuwe wegen voor de mensheid. Hij merkt op dat kunst - in tegenstelling tot architectuur - een privéaangelegenheid is en geen verantwoording hoeft af te leggen. Is dit de reden waarom kunst vaak oppervlakkig wordt ingezet in onze publieke ruimten? Het is gemakkelijk en een politiek veilige optie om objectief een sculptuur op alle rotondes te plaatsen om zo op papier te voldoen aan een culturele agenda. Hierbij verwijs ik naar de dienstorder MOW/AWV/2013/8 door het agentschap Wegen en Verkeer op 8 mei 2013, dat als model fungeert van een concessieovereenkomst voor de inrichting van een rotonde met een kunstwerk. De inleiding is veelbelovend: "Vlaanderen heeft een sterke traditie op het vlak van kunst in de publieke ruimte. Onze steden worden onder meer bezocht omwille van het publieke onroerende kunstpatrimonium dat zich op straten en pleinen van grote en kleine steden bevindt." Dit klopt en waarom? Het kunstpatrimonium is het gevolg van een lange en soms woelige geschiedenis. De kunst vertelt verhalen, symboliseert de lokale helden en creëert verbinding. Dat is wat kunst immers doet: gebaseerd op toeschouwersparticipatie doet het nadenken over een inherente boodschap gelinkt aan de lokale context. Het is betekenisvol omdat er emoties aan zijn verbonden. Het is inherent reflectief en transformatief. Paradoxaal krijgt kunst in zijn intimiteit en private aard een publieke rol wanneer het kwalitatief gekaderd wordt binnen de publieke ruimte. De scheidslijn tussen kunst en architectuur bij verlenging is dus niet zo rechtlijnig als conservatieve visies doen geloven. Sleutelelementen in dit perspectief zijn toeschouwersparticipatie, het situationele en het activeren van emoties en verhalen met esthetiek. Als we verder lezen in de inleiding van de dienstorder staat: "Ook bij het vormgeven van de publieke ruimte van de 21ste eeuw hoort een bewuste reflectie op de artistieke potentie van nieuwe stedenbouwkundige gegevens zoals de rotonde." Het vormgeven van de publieke ruimte van de 21ste eeuw heeft inderdaad nood aan een bewuste reflectie op de artistieke potentie. Maar om dan te stellen dat dit gaat over nieuwe stedenbouwkundige gegevens en dan specifiek over rotondes is moeilijk. Publieke ruimte is per mijn definitie ruimte die gebruikt kan worden door iedereen: straten, pleinen, tuinen, publieke gebouwen zoals gemeentehuizen, cultuurcentra,... Het zijn de plekken waar je iedereen op elk gegeven moment kan tegenkomen. Het zijn de plekken waar je vanuit een sociologisch standpunt naartoe kunt gaan, eventueel gaan zitten en kijken naar alle voorbijgangers en hun activiteiten. Het is entertainment en gerelateerd aan ieders intiem verhaal en acties. Een rotonde is infrastructuur voor auto's en fietsers. Het is een eiland dat fysiek afgesloten is van de publieke ruimte: een niemandsland. Om dit een speerpunt te maken van artistieke reflectie op publieke ruimte van de 21ste eeuw is bijzonder triest. Verder omdat in de tekst vooral wordt gesproken over het functionele aspect "het kunstwerk wordt mee opgesomd als een mogelijkheid om de rotonde ‘minder gevaarlijk’ te maken". De tekst corrigeert zichzelf met "Maar een functioneel uitgangspunt kan niet het enige criterium zijn bij het opstarten van een artistiek proces. In eerste instantie zou de realisatie van een kunstwerk immers een culturele ambitie uit moeten dragen. Daarom is het vanuit het perspectief van de lokale overheid belangrijk te zoeken naar de noodzaak om de rotonde in te richten met een kunstwerk." In werkelijkheid gaat dit zijn doel voorbij. Kunst is contextgericht, sitespecifiek: het artificieel forceren van kunst op een niemandsland is vragen om inhoudsloze objecten die niets bijdragen aan de representatie van publieke ruimten in de 21ste eeuw noch aan de huidige cultuur of hedendaagse tendensen die zullen worden overgeleverd aan de volgende generaties. Het getuigt van een gebrek aan perspectief en langetermijnvisie. Ik wil zeker niet elk kunstwerk op elke rotonde veroordelen als betekenisloos en leeg, maar puur de gedachtegang in vraag stellen. Is het instellen van rotondekunst werkelijk representatief voor kunst in de publieke ruimte? Is er nagedacht over het situationele? Legt de kunst verbinding? Kan de kunst ooit behoren tot ons gewaardeerd patrimonium om de toekomstige generaties te verbinden met verhalen over ons leven nu? In welke mate is er toeschouwersparticipatie die verder gaat dan het markeren van specifieke referentiepunten op een weg zoals naamborden? Deze invulling van politieke culturewashed kunstintegratie op rotondes zal ons zeker geen bredere perspectieven bieden over de invulling van publieke ruimte en bij betrekking duurzame architectuur in het algemeen. Toch is kunstintegratie niet volledig afgeschreven. Kunst is oscillerend, intiem, gebaseerd op subjectiviteit en afhankelijk van de aanschouwer. Kunst, bekeken vanuit gebruikersparticipatie, kan de integratie met architectuur bewerkstelligen om hybride situaties te creëren die geschikt zijn voor onze 21ste-eeuwse samenleving. Architectuur, gezien vanuit het perspectief van Loos, kan kunst inzetten als kritiek op zichzelf en betekenis creëren in de reflectie over de ontstane relaties en onze maatschappelijke entiteit als geheel. Het is een spiegel die ons verbindt met een andere zijde van ons dagelijks leven en ons openstelt voor nieuwe mogelijkheden. Kunst kan ons losmaken van de obsessieve focus op beperkingen, vooral binnen het ecologische debat, waar wat we niet meer mogen een belemmering vormt voor innovatie. De sleutel ligt in integratie: waar gebruikersparticipatie bij kunst vooral belangrijk is voor betekenisgeving na de totstandkoming van het werk, ligt dit voor architectuur juist in het ontwerpproces voor de uiteindelijke conceptie van het werk. Om kwalitatieve architectuur te creëren vanuit een duurzame langetermijnvisie en een zekere continuïteit, moet kunst tijdens het ontwerpproces worden geïntegreerd. Alleen zo kunnen de behoeften van de gebruikers, bewoners, informele mede-ontwerpers, in overweging worden genomen. Architectuur moet vertrekken vanuit de mensen voor wie het ontwerpt. Een tweede voorwaarde en gevolg wanneer kunstintegratie op de juiste manier wordt uitgevoerd, is het situationele. Door kunst af te stemmen op zijn omgeving en esthetiek te gebruiken om de perceptie te verhogen, worden mensen zich meer bewust van hun omgeving. Een verhoogd bewustzijn leidt tot aangepast gedrag: leven in overeenstemming met de omgeving in plaats van onze eigen behoeften op te dringen met een kunstmatige en schadelijke context als gevolg. Vooral vanuit ecologisch perspectief is dit belangrijk. Terug naar de wortels van het boomhuis. Een van de lighthouse-projecten van het New European Bauhaus-initiatief voor onweerstaanbare circulariteit in Herlev, Kopenhagen richt zich op de ontwikkeling van openbare ruimtes met een identiteit door middel van kunstintegratie en verhalen. Madeleine Kate McGowan is de artistieke leider van ' A Place of Being' bij NXT en spreekt over dit project in de podcast Desire Academy. Een beschutting in de vorm van een glazen druppel is de plek waar de lokale tuinman/conciërge te vinden is. Hiermee willen ze onderzoeken wat we kennen: de oude conciërge die de functionaliteit van een gebouw bewaakt/verzorgt, nu vaak verdwenen door de anonieme corporatie/beveiligingsfirma. Dit personage wordt gemoderniseerd en is verantwoordelijk voor het verzorgen en faciliteren van onze relatie met de publieke ruimte en alles wat daarbij hoort. Aan de ene kant gaat dit over het aangaan van een relatie met de ruimte zelf, de materialiteit ervan, de texturen, de genius loci zelf, maar ook met al het andere leven: de biotoop. Verschillende kunstenaars nemen de rol van conciërge op zich en proberen mensen te betrekken met hun werken, performances en processen tijdens verschillende workshops. Niet alleen het eindresultaat telt, maar ook het proces. Door de architectuur van de glazen druppel als studio kun je het proces van de kunstenaar altijd volgen, inclusief alle mislukte pogingen. Een wezen van plaats waar kunstintegratie en architectuur streven naar een duurzame toekomst en een open houding. Conclusie: In deze tijd van meervoudige crises kan kunstintegratie een nieuw perspectief bieden aan de zoektocht naar veerkrachtig design, zowel op ecologisch, economisch als sociaal vlak? Ja, mits kritisch lokaal ontwerp vertrekkend vanuit informele benaderingen. Zoals Jane Jacobs het beschreef: Bottom-up design in plaats van top-down. We weten het, we moeten het alleen meer in de praktijk brengen, zoals het lighthouse-project in Kopenhagen. Kwalitatieve projecten beginnen vaak met visionaire ontwerpers, maar om dit algemeen toepasbaar te maken, is een herstructurering van de politieke visie nodig. Stop met het afvinken van lijstjes, kijk naar de nieuwe realiteit. Voor ontwerpers: verken nieuwe perspectieven en neem controle als experts, want onze overheid gaat het niet doen. ~ Kimberly Wouters, Architect. In besproken volgorde: Het dienstorder voor de rotondekunst is hier te vinden: https://wegenenverkeer.be/sites/default/files/uploads/documenten/MOW-AWV-2013-8.pdf Wil je meer weten over "The Desire Academy- Towards an irresistable circular society" kun je hier meer informatie terugvinden: Desire (irresistiblecircularsociety.eu) De Desire Podcast met de besproken aflevering is hier terug te vinden: PODCAST The Desire Academy - Desire (irresistiblecircularsociety.eu) Werken in de collage: Kapel van het Clarenhof in Hasselt door A2O architecten The droplet van the lighthouse project in Kopenhagen (Desire Academy/ New European Bauhaus) Rotondekunst in Maasmechelen Lapis Lazuli baksteen van Hans van Houwelingen in het Troubleyn in referentie naar de Vlaamse Primitieven Quote van het kunstwerk door Alberto Garutti in de foyer van het Troubleyn (amor fati). referentie naar de context van Limburg, specifiek het mijnverleden (R- Resilient design)















